Je wordt ouder papa!
Kennen jullie dat lied van Peter Koelewijn uit 1977? Want daar wil ik vandaag mijn licht wel eens overheen laten schijnen.
Want terwijl we de laatste jaren overvoerd worden met geboorteberichten van Punderman-atleten zijn dit juist vaak personen waar nog amper sleet op zit. Geboren in de jaren van welvarend voorspoed in Nederland, volop gesponsord door de overheid bij studie en huisvesting en vaak gezond grootgebracht door de uitmuntende gezondheidszorg en voorlichting hierin kunnen zij de wereld wel aan. Wat te denken van de uitbreiding aan lange afstand triatlons, Xterra wedstrijden en trail running events en dan daarbij eindtijden te zien die in het profcircuit niet misstaan. Jonge goden als Rick, Henk, Bart, Peter, Sanne, Eddy, Bastin en Michiel kunnen nog jaren teren op hun sterke lichaam en gezonde geest en geven onze triatlonclub een geweldige boost met sportieve uitspattingen die jaren niet gezien zijn. Daardoor geprikkeld zien we onze midden-age groep ook tot bijzondere prestaties gedreven worden. Wilfred, Rob, Hetty, Marc, Peter, Ton, Dirk, Martijn en Frank vertegenwoordigen de Pundermannen de laatste jaren ook steeds vaker met een hele triatlon, een 24-uurs mountainbiketocht, een podiumplaats of diverse beklimmingen op de Alpe d’Huez om naasten te ondersteunen in hun ziekte-strijd. Allemaal prestaties die gewaardeerd mogen worden en die onze triatlonvereniging veel waarde toevoegen.
Maar meer nog dan deze moedige strijders neem ik mijn petje af voor onze old-age groep leden. Zij hebben immers door jarenlange inspanning de basis opgebouwd van dit heerlijke clubje mensen. En dan moeten vooral de jongeren zich goed bedenken onder welke omstandigheden deze groep hun jeugd hebben doorgebracht. Want we moeten toch al gauw een halve eeuw terug in de tijd om een voorstelling te geven van de omstandigheden toen. Er was net stromend water in huis maar we werden gewassen in de teil waarbij uit goed fatsoen de kleinste kinderen het eerst mochten om vervolgens steeds een emmer warm water toe te voegen aan de volgende twee kinderen tegelijk. Had je thuis een erg groot gezin dan konden de laatste met een schepje het zand van de bodem schrapen. Voor het slapen gaan kregen we vanonder de enige kachel in huis onze warme pyama’s aangekleed en werd er nog een sprookje verteld uit het grote boek van Hans Kristiaan Andersen. In bed sliepen we in de winter onder vele kilo’s wollen dekens waardoor je je amper kon bewegen en je s’morgens de bloemen op de raam kon tellen. Naar school ging je door weer en wind met de fiets waarbij de oudste kinderen zodra ze konden hun jongere broertje of zusje mee achterop namen. Wanneer het echt baggerweer was ging je te voet en nam je boterhammen mee en bleef je over in de gang van de school, waarbij de jongens zorgvuldig werden afgezonderd van de meisjes. Het eten wat je elke dag werd voorgeschoteld kwam veelal uit eigen tuin of was het seizoen ervoor ingeweckt en had je geluk dat de rijdende melkboer zijn rotte appels bij jou voor de deur in de sloot weggooide dan pikte je daar nog de beste uit en maakte moeders er appelmoes van. Chips en limonade werden alleen op zondag geserveerd waarbij ieder zorgvuldig evenveel in zijn kommetje en glaasje kreeg, en was het glas leeg dan moest je naar bed dus speelden wij net zo lang met het allerlaatste slokje dat alle prik allang verloren was. Niet zelden gingen we daarna nog met elkaar op de vuist wanneer je bedgenoot net teveel dekens pakte of persé links of rechts van je wilde liggen. Werd het te gek dan zagen we door de slaapkamerdeur het licht in de gang aangaan en wisten we dat uit elk bed 1 persoon even in de koeienstal moest slapen tot de rust was wedergekeerd.
En terwijl elders in het heelal de eerste maandlanding plaats vond en er her en der TV-toestellen en de bekende zwarte bakkeliete telefoons in huis kwamen en de teil vervangen werd door een heuse badkamer werd er elke zaterdag gedoucht en kregen we dan zuiver ondergoed aan en jawel, we gingen onze tanden poetsen! Weliswaar allemaal met een en dezelfde tandenborstel, maar toch, de hygiëne ging met sprongen vooruit. Er werd voor elke warme maaltijd door onze ouders De Engel des Heren voorgebeden welke tekst wij door de snelheid van het gebed maar niet van buiten leerden. We aten soep, aardappelen en pudding in hetzelfde bord en de lepel was het meest gebruikte bestek. De ontkerkelijking was nog niet ingezet en dus gingen we met z’n allen op zondag naar 1 van de 4 diensten die er toen nog gevierd werden, naast de 7-uurs mis op zaterdagavond. En spijbelden we de ene week dan wisten de ouders dat toch altijd te achterhalen en moesten we de andere week 2 x gaan. De inkomsten kwamen veelal uit de boerderij die norm stond voor die van de arme zandboeren en rijkdom was er dan ook niet in materiele zin, maar door afhankelijkheid aan elkaar des te meer aan warmte en vriendschap in de buurt.
En die eigenschappen herken ik in zo grote mate in de oudjes onder ons. En dat zeg ik met enorm veel respect. Oudjes waarvan er helaas steeds meer vanwege fysieke ongemakken hun actieve deelname moeten staken terwijl ze nog o zo graag zouden willen. Want vooral de wilskracht is natuurlijk een grote bron van discipline om deze sport zolang mogelijk vol te houden. René, Jos en Jos, Addy, Els, Henri, Harold, Hans, mijn maatje Wim en ik houden het misschien nog wel even vol en zien met veel vreugde de verjonging toenemen. Maar zelfs zonder actief aan wedstrijden mee te doen vormen deze mensen nog een zeer welkome aanvulling aan de rest van de groep. Eric als fietsmentor en fotograaf, Jos met enorm veel inzet als zwemleraar, Theo die vanuit gemeentewegen onze groep kan ondersteunen en last but not least Bert die zijn hart aan de triatlon verpand heeft. Hebben we een competitie-wedstrijd waarbij iemand de tassen moet bewaken, Bert! Hebben we een triatlon waarbij iemand de fiestenstalling moet bewaken, Bert! Is er ergens een triatlon in uiterst slecht weer met slechts 1 toeschouwer aan de kant, Bert! Is er in de regio een bosloop, Bert! Is er een nieuwjaarsduik die eigenlijk geen nieuwjaarsduik is, maar waar toch 3 Punderman-atleten te water gaan, Bert! Moet er een wedstrijd uitgezet worden, Bert! Moet er opgeruimd worden, Bert!
Kortom Bert, Bert en nog eens Bert die ik bij deze dan ook wil voordragen als nieuwe clubkampioen vanwege zijn immense en voortdurende inzet voor deze club. Daarom het verzoek aan Bert om even naar hier toe te komen om de beker in ontvangst te nemen terwijl de bloemen voor Liesbeth zijn. En als klap op de vuurpijl hebben wij nog een extra cadeau toegevoegd waarmee je tot een zeldzaam clubje gaat behoren die hier bezit van hebben. Geniet ervan!!
Wilfred en Wim.